Een van de redenen waarom ik verliefd ben geworden op Vlaanderen is de keuken. Er zijn hier zoveel klassiekers die ik steeds opnieuw wil maken of nog moet uitproberen.
Een van mijn favoriete Vlaamse koks is Jeroen Meus. Hij presenteert onder andere een kookprogramma op tv: “Dagelijkse Kost” en heeft een boel kookboeken geschreven.Van een vriendin kreeg ik het kookboek van zijn hand: “Dagelijkse kost, mijn 200 klassiekers”* cadeau.
Het boek bevat naast alle Vlaamse klassiekers ook fijne andere recepten die makkelijk te maken zijn. Zijn tagliatelle al ragu di carne bijvoorbeeld is echt verrukkelijk.
Het heeft een heel overzichtelijk indeling met hoofdstukken per categorie of ingrediënt. Fijn is het hoofdstuk “basisbereidingen” waarin Jeroen uitlegt hoe je bouillons, verschillende bereidingen van aardappel, rijst, pasta en lekkere sauzen makkelijk zelf kan maken.
Aan het einde staat een verklarende woordenlijst “plezant = leuk” waarin typisch Vlaamse woorden vertaald zijn voor het Nederlandse publiek. Ajuin = ui, ketel of pot = pan, dat soort dingen. Erg sympathiek vind ik.
Ik heb zijn stoof met everzwijn gemaakt. Wij konden niet meer stoppen met eten in ieder geval, zo zalig is dit recept! En zijn witloofslaatje paste er perfect bij. Ik maakte er een simpele aardappelpuree bij, maar met frietjes of brood smaakt het even goed.
Bereidingstijd is ongeveer een uur met daarbij nog 2 uur stoven. Lekker in het weekend of op je vrije dag maken dus.
Wat heb je nodig voor 4 personen
Voor de stoof:
- 1,2 kg stoofvlees van everzwijn
- 4 sneetjes gerookt spek zonder zwoerd, in reepjes of 250 gram gerookte spekjes
- 250 g champignons, in kwarten
- 3 dikke uien, in grove snippers
- 1 fles rode wijn
- 1 eetlepel bloem
- 3 eetlepels bosbessenconfituur (confituur = jam)
- 2 sneetjes peperkoek (= ontbijtkoek)
- 1 eetlepel scherpe mosterd
- 1 kaneelstokje of een theelepel kaneelpoeder
- 2 kruidnagels
- 5 jeneverbessen
- 10 zwarte peperbolletjes
- 2 laurierblaadjes
- 3 takjes tijm
- bakboter
Voor het witloofslaatje:
- 6 stronkjes witloof, zonder het kontje, fijn gesnipperd
- 2 eetlepels mayonaise
- scheutje natuurazijn
- paar takjes peterselie, fijngehakt
- peper
- zout
Wat te doen
Voor de stoof:
Verwarm de oven voor op 140°C.
Verhit een ovenvaste stoofpan op een matig vuur en smelt er een klont boter in. Bak de uien tot ze kleur krijgen en beginnen te karamelliseren. Blijf roeren zodat de ui niet verbrandt.
Verhit een grote braad- of koekenpan en bak daarin de stukjes spek in eigen vet goudbruin een beetje krokant.
Bak de paddenstoelen mee met de reepjes spek.
Na enkele minuten voeg je de champignons en de spekjes toe aan de uien. Zet het vuur lager.
Smelt een klontje boter in de braad-of koekenpan en bak de stukken vlees tot ze een bruin korstje hebben. Het vlees mag elkaar niet overlappen dus bak in kleine porties en houd het gebakken vlees apart.
Bind de tijm en het laurier met keukentouw tot een bosje en leg in de stoofpan bij de ui, spek en de champignons.
Stort daarna de blokjes gekleurd vlees erbij.
Giet de rode wijn in de pan waarin je het vlees hebt gebakken. Terwijl de alcohol verdampt roer je alle smakelijke aanbaksels los.
Giet de warme wijn in de stoofpan met vlees en bestrooi de stoofschotel met wat bloem en roer.
Kneus de kruidnagels, jeneverbessen en peperbolletjes met een vijzel of een groot plat mes en stop in een thee-ei of koffie filterzakje, zodat je de kruiden later makkelijk kan verwijderen. Doe, samen met het kaneelstokje of de kaneelpoeder bij de stoof.
Snij de sneetjes peperkoek in blokjes en laat ze meestoven. Voeg tenslotte nog de bessenconfituur (jam) en de scherpe mosterd toe.
Plaats het deksel op de pan en zet deze in de voorverwarmde oven van 140°C. (Je kan het gerecht ook klaarstoven op een zacht vuur. Let er dan wel op dat je regelmatig even roert).
Nu moet het vlees botermals worden, wat de nodige tijd vraagt. Reken zo’n 2 uur gaartijd (of langer) om het beste resultaat te verkrijgen.
Aangezien ik er ovenfrieten bij heb gemaakt, heb ik de stoof een half uur eerder uitgehaald en zachtjes verder laten pruttelen op het fornuis, zodat er plaats was voor de frieten.
Voor het witloofslaatje:
Meng de mayonaise, peterselie, peper en zout door de witloof. Roer er tenslotte een klein scheutje van de azijn door.
Smakelijk!
* het boek is helaas niet meer te verkrijgen, want volledig uitverkocht. Kom je ergens een tweedehands exemplaar tegen of een verdwaald exemplaar in een boekhandel, koop het dan, want het is echt een aanrader.
Geef een reactie