Nasi goreng wil niets anders zeggen dan: gebakken rijst. Dit is een typisch Indonesisch gerecht en wordt gemaakt met afgekoelde witte rijst, olie en sojasaus of ketjap. En daaraan kun je zelf nog van alles toevoegen. Ideaal om te maken van restjes rijst en andere groenten, vis of vlees dat je nog in je (koel)kast hebt liggen.
Deze versie is ontzettend simpel en maak ik vaak als bijgerecht bij saté , krokante Thaise kip of gemarineerde kipkluifjes. Als je daarbij ook nog de zoetzure komkommer maakt, heb je in een handomdraai een volledige maaltijd.
Wat heb je nodig voor 4 personen
- 350 gram rijst, gekookt en afgekoeld of een restje
- 200 gram diepvrieserwtjes
- 1 teentje knoflook, fijngestampt in een vijzel of gesnipperd
- stukje gember van 1 cm, fijngestampt in een vijzel of geraspt
- 2 eetlepels sojasaus
- 2 eetlepels ketjap manis (zoete ketjap)
- 1 eetlepel arachideolie
- 3 lente uitjes, in ringetjes
- paar takjes koriander, grof gesneden
- 1 ei, geklutst
- witte peper
- zout
Wat te doen
Verhit de olie in een wok op middelhoog vuur en roerbak hierin de knoflook met de gember gedurende 1 minuut.
Bak dan de erwtjes 3 minuten mee zodat ze ontdooien. Schep de rijst erbij samen met de sojasaus en de ketjap en roerbak 5 minuten zodat de rijst goed warm en gebakken is. Draai het vuur wat lager en roer er als laatste het ei door. Laat nog een minuut doorwarmen en breng op smaak met zout en peper.
Serveer de lente ui en de koriander er apart bij.
Smakelijk!
Geef een reactie